Het improvisatie-systeem
Het improvisatie-systeem Een van de belangrijkste concepten in de klassieke Indiase muziek is het feit dat het een improvisatie-systeem is. Binnen een kader van melodische en ritmische regels bestaat de mogelijkheid tot veel muzikale beweging, improvisatie en wisselwerking tussen de solist en zijn begeleider. Een van de belangrijkste regels is dat de tala altijd strak gehouden wordt en dit is de verantwoordelijkheid van de tablaspeler.
Mukhra (melodie)
Er bestaan binnen de theka ritmische aanwijzingen voor de solist, waaraan te herkennen is dat de sam naderbijkomt, bijv. de khali. Op dat moment kan de solist terugkeren uit de wereld van zijn improvisatie zodat hij op een mooie manier de sam benadrukt. Een van deze manieren van terugkeren op sam is via de mukhra. De mukhra is de eerste en meest belangrijke lijn van de compositie, die leidt naar en eindigt op sam. Dit korte inleidende deel van de melodische compositie is waarschijnlijk de meest belangrijke verbinding tussen ritme en melodie. De mukhra betekent letterlijk "gezicht " en "introductie" [19]. Afhankelijk van de tala en de compositie (bandish) kan de mukhra van verschillende lengtes zijn. Bijv. in een madhya tintal begint de compositie vaak op khali, de 9e tel, en in een vilambit ektal begint de mukhra op de 12e en laatste tel van de tala. Dit korte stuk compositie dat leidt naar de sam is het eerste aspect van de muziek dat de tablaspeler moet begrijpen voordat hij kan beginnen met begeleiden. Als de mukhra gespeeld wordt, worden de tala en laya meteen duidelijk voor de ervaren tablaspeler.
Mukhra (ritme)
Niet alleen de melodie maar ook het ritme maakt gebruik van het concept mukhra, maar in een andere vorm. Het is meer een “intro”. De mukhra van de tabla is niet altijd het zelfde stuk als bij de melodische mukhra, maar kan van afwijkende lengte (korter of langer, maximaal één cyclus) of snelheid zijn. In het algemeen leidt een mukhra naar de sam, maar heel soms ook naar een andere benadrukte tel, bijv. de khali.